Obteve 2 resultados para o termo de pesquisa in zijn schild voeren
Ir para
NL Holandês PT Português
in zijn schild voeren (v) [gedrag] estar tramando (v) [gedrag]
in zijn schild voeren (v) [gedrag] estar maquinando (v) [gedrag]

NL PT Traduções para in

in (n v) [to cut into small cubes] cortar (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [in elk] para (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] para (o) [nabijheid]
in (o) [richting] para (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] para (o) [voorzetsel]
in (o) [in elk] no (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] no (o) [nabijheid]
in (o) [richting] no (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] no (o) [voorzetsel]
in (adj v) [legally qualified] competente (adj v) [legally qualified]

NL PT Traduções para zijn

zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} fazer (v) [used to indicate weather, air quality, or the like]
zijn (n) [filosofie] {n} existência (n) {f} [filosofie]
zijn (v) [algemeen] {n} estar em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} estar em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} estar em (v) [plaats]
zijn (v) [algemeen] {n} encontrar-se em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} encontrar-se em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} encontrar-se em (v) [plaats]
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} ter (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} existir (v) {m} [algemeen]

NL PT Traduções para schild

schild (n) [schildpad] {n} concha (n) {f} [schildpad]
schild (n v) [armor] {n} escudo (n v) {m} [armor]
schild (n) [geschiedenis] {n} escudo (n) {m} [geschiedenis]
schild (n) [politie] {n} escudo (n) {m} [politie]
schild (n) [schildpad] {n} carapaça (n) {f} [schildpad]
schild (n) [shield] {n} broquel (n) {m} [shield]

NL PT Traduções para voeren

voeren (v) [persoon] dirigir (v) [persoon]
voeren (v) [persoon] guiar (v) [persoon]
voeren (v) [persoon] conduzir (v) [persoon]
voeren (n v) [to conduct or carry out] conduzir (n v) [to conduct or carry out]
voeren (v n) [carry or bear from one place to another] transportar (v n) [carry or bear from one place to another]
voeren (n v) [to cover with fur] forrar (n v) [to cover with fur]
voeren (v) [dieren] alimentar (v) [dieren]
voeren (v n) [to give food to eat] alimentar (v n) [to give food to eat]
voeren (v) [dieren] dar de comer (v) [dieren]
voeren (n v) [to conduct or carry out] travar (n v) [to conduct or carry out]