Woxikon / Dicionário / Português Holandês / I / in fout zijn

PT NL Traduções de Português Holandês para in fout zijn

Obteve 3 resultados para o termo de pesquisa in fout zijn
Ir para
NL Holandês PT Português
in fout zijn (v) [verantwoordelijkheid] ter a culpa (v) [verantwoordelijkheid]
in fout zijn (v) [verantwoordelijkheid] ser culpado (v) [verantwoordelijkheid]
in fout zijn (v) [verantwoordelijkheid] ser responsável (v) [verantwoordelijkheid]

NL PT Traduções para in

in (n v) [to cut into small cubes] cortar (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [in elk] para (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] para (o) [nabijheid]
in (o) [richting] para (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] para (o) [voorzetsel]
in (o) [in elk] no (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] no (o) [nabijheid]
in (o) [richting] no (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] no (o) [voorzetsel]
in (adj v) [legally qualified] competente (adj v) [legally qualified]

NL PT Traduções para fout

fout (n) [gebrek] {m} desvio (n) {m} [gebrek]
fout (n) [karakter] {m} desvio (n) {m} [karakter]
fout (n) [tekort] {m} desvio (n) {m} [tekort]
fout (n) [vergissing] {m} desvio (n) {m} [vergissing]
fout (n) [voorwerpen] {m} desvio (n) {m} [voorwerpen]
fout (adj adv n v) [immoral] {m} imoral (adj adv n v) [immoral]
fout (n) [karakter] {m} debilidade (n) {f} [karakter]
fout (n) [gebrek] {m} fraqueza (n) {f} [gebrek]
fout (n) [karakter] {m} fraqueza (n) {f} [karakter]
fout (n) [tekort] {m} fraqueza (n) {f} [tekort]

NL PT Traduções para zijn

zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} fazer (v) [used to indicate weather, air quality, or the like]
zijn (n) [filosofie] {n} existência (n) {f} [filosofie]
zijn (v) [algemeen] {n} estar em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} estar em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} estar em (v) [plaats]
zijn (v) [algemeen] {n} encontrar-se em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} encontrar-se em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} encontrar-se em (v) [plaats]
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} ter (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} existir (v) {m} [algemeen]