Obteve 3 resultados para o termo de pesquisa een goede reden geven voor
Ir para
NL Holandês PT Português
een goede reden geven voor (v) [verdedigen] justificar (v) [verdedigen]
een goede reden geven voor (v) [verdedigen] dar uma boa razão para (v) [verdedigen]
een goede reden geven voor (v) [verdedigen] explicar satisfatoriamente (v) [verdedigen]

NL PT Traduções para een

een (v) [to fart] {m} soltar (v) [to fart]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} tomar (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} um certo (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um certo (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} uma certa (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} uma certa (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} um tal de (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um tal de (a) [hoofdtelwoord]

NL PT Traduções para goede

goede (adj adv n) [the forces of good] bem (adj adv n) {m} [the forces of good]

NL PT Traduções para reden

reden (n) [argument] {m} motivo (n) {m} [argument]
reden (n) [grond] {m} motivo (n) {m} [grond]
reden (n) [argument] {m} causa (n) {f} [argument]
reden (n) [grond] {m} causa (n) {f} [grond]
reden (n v) [source or reason of an event or action] {m} causa (n v) {f} [source or reason of an event or action]
reden (n) [argument] {m} razão (n) {f} [argument]
reden (n) [grond] {m} razão (n) {f} [grond]
reden (n) [argument] {m} argumento (n) {m} [argument]
reden (n) [grond] {m} argumento (n) {m} [grond]

NL PT Traduções para geven

geven (v) [voorwerp] entregar (v) [voorwerp]
geven (v) [voorwerpen] entregar (v) [voorwerpen]
geven (v) [voldoening] trazer (v) [voldoening]
geven (v) [algemeen] passar (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] passar (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] passar (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] passar (v) [spelen - kaarten]
geven (v) [voorwerp] passar (v) [voorwerp]
geven (v) [voorwerpen] passar (v) [voorwerpen]
geven (v) [wiskunde] supor (v) [wiskunde]

NL PT Traduções para voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]