Obteve 3 resultados para o termo de pesquisa zonder een spier te vertrekken
Ir para
NL Holandês PT Português
zonder een spier te vertrekken (o) [vrees] sem medo (o) [vrees]
zonder een spier te vertrekken (o) [vrees] sem temer (o) [vrees]
zonder een spier te vertrekken (o) [vrees] audaciosamente (o) [vrees]

NL PT Traduções para zonder

zonder (o) [voorzetsel] exceto (o) [voorzetsel]
zonder (o) [voorzetsel] menos (o) [voorzetsel]
zonder (adv) [without exception; wholly; completely] completamente (adv) [without exception; wholly; completely]
zonder (o) [tekort] destituído de (o) [tekort]
zonder (o) [verstoken van] destituído de (o) [verstoken van]
zonder (o) [voorraad] destituído de (o) [voorraad]
zonder (o) [tekort] desprovido de (o) [tekort]
zonder (o) [verstoken van] desprovido de (o) [verstoken van]
zonder (o) [voorraad] desprovido de (o) [voorraad]
zonder (o) [tekort] sem (o) [tekort]

NL PT Traduções para een

een (v) [to fart] {m} soltar (v) [to fart]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} tomar (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} um certo (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um certo (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} uma certa (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} uma certa (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} um tal de (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um tal de (a) [hoofdtelwoord]

NL PT Traduções para spier

spier (n) [anatomie] {m} músculo (n) {m} [anatomie]

NL PT Traduções para te

te (o) [graad] demais (o) [graad]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] demais (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (o) [graad] demasiado (o) [graad]
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -ar (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)

NL PT Traduções para vertrekken

vertrekken (v) [plaats] {n} partir (v) [plaats]
vertrekken (v) [reizen] {n} partir (v) [reizen]
vertrekken (v) [to leave] {n} partir (v) [to leave]
vertrekken (v) [vertrek] {n} partir (v) [vertrek]
vertrekken (v) [plaats] {n} ir-se (v) [plaats]
vertrekken (v) [reizen] {n} ir-se (v) [reizen]
vertrekken (v) [plaats] {n} ir embora (v) [plaats]
vertrekken (v) [reizen] {n} ir embora (v) [reizen]
vertrekken (v) [plaats] {n} deixar um lugar (v) [plaats]
vertrekken (v) [reizen] {n} deixar um lugar (v) [reizen]