PT NL Traduções de Português Holandês para zich schikken naar
Obteve 11 resultados para o termo de pesquisa zich schikken naar
Ir para Holandês » Português
NL | Holandês | PT | Português | |
---|---|---|---|---|
zich schikken naar (v) [regels] | aceitar (v) [regels] | |||
zich schikken naar (v) [situatie] | aceitar (v) [situatie] | |||
zich schikken naar (v) [to accept a decision or law and act in accordance with it; to conform to; to acquiesce] | seguir (v) [to accept a decision or law and act in accordance with it; to conform to; to acquiesce] | |||
zich schikken naar (v) [regels] | agir conforme a (v) [regels] | |||
zich schikken naar (v) [situatie] | agir conforme a (v) [situatie] |
NL | Holandês | PT | Português | |
---|---|---|---|---|
zich schikken naar (v) [regels] | agir de acordo com (v) [regels] | |||
zich schikken naar (v) [situatie] | agir de acordo com (v) [situatie] | |||
zich schikken naar (v) [regels] | acatar (v) [regels] | |||
zich schikken naar (v) [situatie] | acatar (v) [situatie] | |||
zich schikken naar (v) [regels] | dobrar-se a (v) [regels] | |||
zich schikken naar (v) [situatie] | dobrar-se a (v) [situatie] |
NL PT Traduções para zich
zich (n v) [put on clothes] | vestir (n v) [put on clothes] | |||
zich (v) [to seize power] | usurpar (v) [to seize power] | |||
zich (v n) [make a firm decision] | resolver (v n) [make a firm decision] | |||
zich (v) [join conversation] | intrometer-se (v) [join conversation] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | se (o) [wederkerend vnw. - enk.] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] | se (o) [wederkerend voornaamwoord] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | si mesmo (o) [wederkerend vnw. - enk.] |
NL PT Traduções para schikken
schikken (v) [classificatie] | separar (v) [classificatie] | |||
schikken (v) [classificatie] | classificar (v) [classificatie] | |||
schikken (v) [classificatie] | dispor (v) [classificatie] | |||
schikken (v) [ordening] | dispor (v) [ordening] | |||
schikken (v) [classificatie] | arrumar (v) [classificatie] | |||
schikken (v) [ordening] | arrumar (v) [ordening] | |||
schikken (v) [ordening] | alinhar (v) [ordening] | |||
schikken (v) [ordening] | colocar em ordem (v) [ordening] | |||
schikken (v) [classificatie] | organizar (v) [classificatie] | |||
schikken (v) [classificatie] | ordenar (v) [classificatie] |
NL PT Traduções para naar
naar (a) [gevoelens] | desagradável (a) [gevoelens] | |||
naar (a) [ruiken] | desagradável (a) [ruiken] | |||
naar (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant] | desagradável (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant] | |||
naar (a) [verwachting] | desagradável (a) [verwachting] | |||
naar (a) [geneeskunde] | indisposto (a) [geneeskunde] | |||
naar (a) [gevoelens] | horrível (a) [gevoelens] | |||
naar (a) [ruiken] | horrível (a) [ruiken] | |||
naar (a) [verwachting] | cruel (a) [verwachting] | |||
naar (o) [algemeen] | para (o) [algemeen] | |||
naar (o) [bestemming] | para (o) [bestemming] |