Obteve 7 resultados para o termo de pesquisa zelfvertrouwen
NL Holandês PT Português
zelfvertrouwen (n) [gedrag] {n} segurança (n) {f} [gedrag]
zelfvertrouwen (n) [gedrag] {n} autodomínio (n) {m} [gedrag]
zelfvertrouwen (n) [gedrag] {n} auto-confiança (n) {f} [gedrag]
zelfvertrouwen (n) [gedrag] {n} serenidade (n) {f} [gedrag]
zelfvertrouwen (n) [measure of one's belief in one's own abilities] {n} autoconfiança (n) [measure of one's belief in one's own abilities] (n)
NL Holandês PT Português
zelfvertrouwen (n) [state of being self-confident] {n} autoconfiança (n) [state of being self-confident] (n)
zelfvertrouwen (n) [confidence in one's own worth] {n} autoestima (n) [confidence in one's own worth] (n)

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de zelfvertrouwen PT Traduções
zelfverzekerdheid [zelfverzekerdheid] f sicurezza {f}
aplomb [onbeschroomdheid] n sicurezza {f}