Obteve 21 resultados para o termo de pesquisa stralen
NL Holandês PT Português
stralen (v) [licht] estar radiante (v) [licht]
stralen (v) [ogen] transbordar de alegria (v) [ogen]
stralen (v) [licht] transbordar de alegria (v) [licht]
stralen (v) [geluk] transbordar de alegria (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] irradiar felicidade (v) [ogen]
NL Holandês PT Português
stralen (v) [licht] irradiar felicidade (v) [licht]
stralen (v) [geluk] irradiar felicidade (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] estar brilhante (v) [ogen]
stralen (v) [licht] estar brilhante (v) [licht]
stralen (v) [geluk] estar brilhante (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] estar radiante (v) [ogen]
stralen (v) [geluk] irradiar (v) [geluk]
stralen (v) [geluk] estar radiante (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] luzir (v) [ogen]
stralen (v) [licht] luzir (v) [licht]
stralen (v) [geluk] luzir (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] brilhar (v) [ogen]
stralen (v) [licht] brilhar (v) [licht]
stralen (v) [geluk] brilhar (v) [geluk]
stralen (v) [ogen] irradiar (v) [ogen]
stralen (v) [licht] irradiar (v) [licht]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de stralen PT Traduções
schijnen [glanzen] sembrare
glinsteren [fonkelen] sfavillare
schitteren [fonkelen] splendere
zakken [falen] n trombare
glimmen [glunderen] luccicare
lachen [glunderen] n riso {m}
glimlachen [glunderen] sorridere {m}
glunderen [glimlachen] traboccare di gioia
fonkelen [flikkeren] sfavillare