Obteve 74 resultados para o termo de pesquisa gebrek
NL Holandês PT Português
gebrek (n) [karakter] {n} ponto fraco (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [tekort] {n} hiato (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} hiato (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} hiato (n) {m} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} vácuo (n) {m} [voorwerpen]
NL Holandês PT Português
gebrek (n) [tekort] {n} vácuo (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} vácuo (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} vácuo (n) {m} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} ponto fraco (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} ponto fraco (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} hiato (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} ponto fraco (n) {m} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} ponto fraco (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} imperfeição (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} imperfeição (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} imperfeição (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} imperfeição (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} imperfeição (n) {f} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} imperfeição (n) {f} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} demérito (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} escassez (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} escassez (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} escassez (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} desmerecimento (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} desmerecimento (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} desmerecimento (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} desmerecimento (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [fout] {n} desmerecimento (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} defeito (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} demérito (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} demérito (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} demérito (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [fout] {n} demérito (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} deficiência (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} deficiência (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} deficiência (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} deficiência (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [fout] {n} fraqueza (n) {f} [fout]
gebrek (n) [algemeen] {n} lacuna (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} vazio (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} vazio (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} vazio (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} vazio (n) {m} [algemeen]
gebrek (n) [karakter] {n} fragilidade (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} fraqueza (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} fraqueza (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} fraqueza (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} lacuna (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [karakter] {n} debilidade (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} ausência (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} ausência (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} ausência (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} ausência (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} desvio (n) {m} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} desvio (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} desvio (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} falha (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [tekort] {n} defeito (n) {m} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} defeito (n) {m} [karakter]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} defeito (n) {m} [hoeveelheid]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} defeito (n) {m} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} defeito (n) {m} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} falha (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} falha (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [karakter] {n} falha (n) {f} [karakter]
gebrek (n) [fout] {n} desvio (n) {m} [fout]
gebrek (n) [geneeskunde] {n} falha (n) {f} [geneeskunde]
gebrek (n) [fout] {n} falha (n) {f} [fout]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} falta (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} falta (n) {f} [tekort]
gebrek (n) [hoeveelheid] {n} falta (n) {f} [hoeveelheid]
gebrek (n) [algemeen] {n} falta (n) {f} [algemeen]
gebrek (n) [voorwerpen] {n} lacuna (n) {f} [voorwerpen]
gebrek (n) [tekort] {n} lacuna (n) {f} [tekort]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de gebrek PT Traduções
tekort [schaarste] n déficit {m}
schaarsheid [schaarste] f escassez {f}
ellende [armoede] m desgraça {f}
kommer [armoede] m {f}
nooddruft [armoede] m indigência {f}
ontbering [armoede] f privação {f}
afwijking [fout] f erro {m}
mankement [fout] avaria {f}
onjuistheid [fout] f erro {m}
onvolkomenheid [fout] f ponto fraco {m}
fout [euvel] m culpa {f}
nood [behoefte] m urgência {f}
behoefte [nood] f carência {f}
klacht [aandoening] m distúrbio {m}
ongemak [aandoening] n inconveniência {f}
ziekte [aandoening] f doença {f}
kwaal [aandoening] m moléstia {f}
beschadiging [defect] f estrago {m}
defect [beschadiging] n defeituoso
aanvechting [aandrang] f disputa {f}