PT NL Traduções de Português Holandês para een standje geven
Obteve 4 resultados para o termo de pesquisa een standje geven
Ir para
NL | Holandês | PT | Português | |
---|---|---|---|---|
een standje geven (v) [afkeuring] | censurar (v) [afkeuring] | |||
een standje geven (v) [afkeuring] | reprovar (v) [afkeuring] | |||
een standje geven (v) [afkeuring] | repreender (v) [afkeuring] | |||
een standje geven (v) [afkeuring] | reprochar (v) [afkeuring] |
NL PT Traduções para een
een (v) [to fart] {m} | soltar (v) [to fart] | |||
een (n v) [to bathe using a shower] {m} | tomar (n v) [to bathe using a shower] | |||
een (a) [algemeen] {m} | um certo (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | um certo (a) [hoofdtelwoord] | |||
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een (a) [algemeen] {m} | uma certa (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | uma certa (a) [hoofdtelwoord] | |||
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een (a) [algemeen] {m} | um tal de (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | um tal de (a) [hoofdtelwoord] |
NL PT Traduções para standje
standje (n) [afkeuring] {n} | sabão (n) {m} [afkeuring] | |||
standje (n) [afkeuring] {n} | advertência (n) {f} [afkeuring] | |||
standje (n) [afkeuring] {n} | bronca (n) {f} [afkeuring] | |||
standje (n) [afkeuring] {n} | reprimenda (n) {f} [afkeuring] | |||
standje (n) [afkeuring] {n} | sermão (n) {m} [afkeuring] | |||
standje (n) [afkeuring] {n} | repreensão (n) {f} [afkeuring] |
NL PT Traduções para geven
geven (v) [voorwerp] | entregar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | entregar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [voldoening] | trazer (v) [voldoening] | |||
geven (v) [algemeen] | passar (v) [algemeen] | |||
geven (v) [geschenk] | passar (v) [geschenk] | |||
geven (v) [overhandigen] | passar (v) [overhandigen] | |||
geven (v) [spelen - kaarten] | passar (v) [spelen - kaarten] | |||
geven (v) [voorwerp] | passar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | passar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [wiskunde] | supor (v) [wiskunde] |