Obteve 10 resultados para o termo de pesquisa uitstaan
NL Holandês PT Português
uitstaan (v n) [to tolerate] aguentar (v n) [to tolerate]
uitstaan (v) [geestestoestand] suportar (v) [geestestoestand]
uitstaan (v) [persoon] suportar (v) [persoon]
uitstaan (v n) [to tolerate] suportar (v n) [to tolerate]
uitstaan (v) [geestestoestand] agüentar (v) [geestestoestand]
NL Holandês PT Português
uitstaan (v) [persoon] agüentar (v) [persoon]
uitstaan (v) [geestestoestand] tolerar (v) [geestestoestand]
uitstaan (v n) [to tolerate] tolerar (v n) [to tolerate]
uitstaan (v) [geestestoestand] aturar (v) [geestestoestand]
uitstaan (v) [geestestoestand] ter estômago para (v) [geestestoestand]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de uitstaan PT Traduções
verteren [lusten] pirar
lusten [pruimen] gostar
maken [maken] deixar
lijden [dulden] n aflição {f}
verdragen [dulden] suportar
verduren [dulden] ter estômago para