Obteve 31 resultados para o termo de pesquisa schavuit
NL Holandês PT Português
schavuit (n) [meisje] {m} pestinha (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [meisje] {m} arteira (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} arteira (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} travessa (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} travessa (n) {f} [jongen]
NL Holandês PT Português
schavuit (n) [villain] {m} canalha (n) {m} [villain]
schavuit (n) [meisje] {m} brincalhona (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} brincalhona (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} palhaça (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} palhaça (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} mal-educada (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} mal-educada (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} endiabrada (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} endiabrada (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} malcriada (n) {f} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} malcriada (n) {f} [jongen]
schavuit (n) [jongen] {m} brincalhão (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [jongen] {m} pestinha (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} diabrete (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} diabrete (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [jongen] {m} moleque (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [jongen] {m} guri (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} arteiro (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} arteiro (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} palhaço (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} palhaço (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} traquina (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} traquina (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} travesso (n) {m} [meisje]
schavuit (n) [jongen] {m} travesso (n) {m} [jongen]
schavuit (n) [meisje] {m} brincalhão (n) {m} [meisje]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de schavuit PT Traduções
boefje [deugniet] n pivete {f}
kwajongen [deugniet] m pivete {f}
rakker [deugniet] m arteira {f}
vlegel [deugniet] m mangual {m}
deugniet [boef] m diabo {m}
schelm [boef] m rufião {m}
schurk [boef] m patife {m}
boef [bedrieger] m salafrário {m}
booswicht [bedrieger] m biltre {m}
oplichter [bedrieger] m fraudador {m}
schoft [bedrieger] m salafrário {m}
ondeugd [bandiet] m mania {f}
vrijbuiter [bandiet] m pirata {m}
bedrieger [schurk] m fraudador {m}