Obteve 19 resultados para o termo de pesquisa rijden
NL Holandês PT Português
rijden (v) [auto's] rodar (v) [auto's]
rijden (v) [paardrijden] andar a cavalo (v) [paardrijden]
rijden (v) [voertuigen] andar (v) {m} [voertuigen]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] andar (v n) {m} [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]
rijden (n v) [to ride a cycle] andar (n v) {m} [to ride a cycle]
NL Holandês PT Português
rijden (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger] andar (v n) {m} [to be transported in a vehicle as a passenger]
rijden (v) [auto's] andar (v) {m} [auto's]
rijden (v) [voertuigen] ir de carro (v) [voertuigen]
rijden (v) [auto's] ir de carro (v) [auto's]
rijden (v) [voertuigen] rodar (v) [voertuigen]
rijden (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger] pegar (v n) [to be transported in a vehicle as a passenger]
rijden (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.] cavalgar (v n) [to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.]
rijden (v) [paardrijden] cavalgar (v) [paardrijden]
rijden (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)] conduzir (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)]
rijden (v) [voertuigen] guiar (v) [voertuigen]
rijden (v) [auto's] guiar (v) [auto's]
rijden (v) [voertuigen] dirigir (v) [voertuigen]
rijden (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)] dirigir (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)]
rijden (v) [auto's] dirigir (v) [auto's]

Traduções de Holandês Português