Obteve 37 resultados para o termo de pesquisa onweerlegbaar
NL Holandês PT Português
onweerlegbaar (a) [waarheid] irrefutável (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] irrepreensível (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] irreprochável (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] irreprochável (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] irreprochável (o) [waarheid]
NL Holandês PT Português
onweerlegbaar (a) [argument] irrefutavelmente (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] irrefutavelmente (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] irrefutavelmente (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] irrefutável (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [bewijs] irrefutável (a) [bewijs]
onweerlegbaar (a) [waarheid] irrepreensível (a) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] irrebatível (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [bewijs] irrebatível (a) [bewijs]
onweerlegbaar (a) [waarheid] irrebatível (a) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] inegável (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] inegável (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] inegável (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [bewijs] incontroversível (a) [bewijs]
onweerlegbaar (adj) [having no weak points or flaws] inexpugnável (adj) [having no weak points or flaws]
onweerlegbaar (o) [waarheid] inquestionavelmente (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [bewijs] inquestionável (a) [bewijs]
onweerlegbaar (a) [waarheid] inquestionável (a) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [bewijs] indiscutível (a) [bewijs]
onweerlegbaar (a) [argument] inegavelmente (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] inegavelmente (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] inegavelmente (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] inquestionavelmente (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] inquestionavelmente (a) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] inquestionável (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [argument] incontestavelmente (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [waarheid] incontestavelmente (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] incontestavelmente (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] incontestável (a) [argument]
onweerlegbaar (a) [bewijs] incontestável (a) [bewijs]
onweerlegbaar (a) [waarheid] incontestável (a) [waarheid]
onweerlegbaar (o) [waarheid] incontestável (o) [waarheid]
onweerlegbaar (a) [argument] irrepreensível (a) [argument]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de onweerlegbaar PT Traduções
flagrant [onloochenbaar] odioso
onmiskenbaar [onloochenbaar] inconfundível
onbetwistbaar [onloochenbaar] incontestável
zeker [vaststaand] definitivamente
ontegenzeglijk [onbetwistbaar] indisputável
sluitend [waterdicht] inexpugnável