Obteve 31 resultados para o termo de pesquisa gebruik
NL Holandês PT Português
gebruik (n) [algemeen] {n} uso (n) {m} [algemeen]
gebruik (n adj v) [long-established practice] {n} tradição (n adj v) {f} [long-established practice]
gebruik (n) [gewoonte] {n} convenção (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n) [algemeen] {n} convenção (n) {f} [algemeen]
gebruik (n) [werktuigen] {n} utilização (n) {f} [werktuigen]
NL Holandês PT Português
gebruik (n) [toepassing] {n} utilização (n) {f} [toepassing]
gebruik (n) [manier van gebruik] {n} utilização (n) {f} [manier van gebruik]
gebruik (n) [algemeen] {n} utilização (n) {f} [algemeen]
gebruik (n) [werktuigen] {n} aplicação (n) {f} [werktuigen]
gebruik (n) [toepassing] {n} aplicação (n) {f} [toepassing]
gebruik (n) [manier van gebruik] {n} aplicação (n) {f} [manier van gebruik]
gebruik (n) [algemeen] {n} aplicação (n) {f} [algemeen]
gebruik (n) [werktuigen] {n} uso (n) {m} [werktuigen]
gebruik (n) [toepassing] {n} uso (n) {m} [toepassing]
gebruik (n) [rechten] {n} uso (n) {m} [rechten]
gebruik (n) [manier van gebruik] {n} uso (n) {m} [manier van gebruik]
gebruik (n) [algemeen] {n} emprego (n) {m} [algemeen]
gebruik (n v) [act of using] {n} uso (n v) {m} [act of using]
gebruik (n) [gewoonte] {n} tique (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} cacoete (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} mania (n) {f} [gewoonte]
gebruik (n) [gewoonte] {n} maneirismo (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n adj v) [long-established practice] {n} costume (n adj v) {m} [long-established practice]
gebruik (n) [gewoonte] {n} costume (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [algemeen] {n} costume (n) {m} [algemeen]
gebruik (n) [gewoonte] {n} hábito (n) {m} [gewoonte]
gebruik (n) [algemeen] {n} hábito (n) {m} [algemeen]
gebruik (n) [werktuigen] {n} emprego (n) {m} [werktuigen]
gebruik (n) [use, purpose] {n} emprego (n) {m} [use, purpose]
gebruik (n) [toepassing] {n} emprego (n) {m} [toepassing]
gebruik (n) [manier van gebruik] {n} emprego (n) {m} [manier van gebruik]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de gebruik PT Traduções
ritueel [rite] n rituel
ritus [rite] rite {m}
hantering [behandeling] f maniement {m}
exploitatie [benutting] f exploitation {f}
toepassing [benutting] f utilisation {f}
regel [gewoonte] m règle {f}
traditie [gewoonte] f tradition {f}
emplooi [gebruik] emploi {m}
werking [bedrijf] f mechanisme (n int v)
gewoonte [conventie] f habitude {f}
conventie [traditie] f convention {f}