Obteve 44 resultados para o termo de pesquisa beginnen
NL Holandês PT Português
beginnen (v) [algemeen] originar-se (v) [algemeen]
beginnen (v) [algemeen] dar início (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] dar início (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] dar início (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] dar início (v) [starten]
NL Holandês PT Português
beginnen (v) [aanvangen] abrir (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] abrir (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] abrir (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] abrir (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] abrir (v) [starten]
beginnen (v) [aanvangen] originar-se (v) [aanvangen]
beginnen (v) [aanvangen] dar início (v) [aanvangen]
beginnen (v) [baan] originar-se (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] originar-se (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] originar-se (v) [starten]
beginnen (v) [aanvangen] ter início (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] ter início (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] ter início (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] ter início (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] ter início (v) [starten]
beginnen (v) [begin] implementar (v) [begin]
beginnen (v) [algemeen] instituir (v) [algemeen]
beginnen (v) [algemeen] iniciar (v) [algemeen]
beginnen (v) [aanvangen] começar (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] começar (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] começar (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] começar (v) [bespreking]
beginnen (n v) [of an activity, to begin] começar (n v) [of an activity, to begin]
beginnen (v) [starten] começar (v) [starten]
beginnen (n v) [to begin] começar (n v) [to begin]
beginnen (v) [to start] começar (v) [to start]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] iniciar (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] iniciar (v) [aanvangen]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] começar (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [baan] iniciar (v) [baan]
beginnen (v) [begin] iniciar (v) [begin]
beginnen (v) [bespreking] iniciar (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] iniciar (v) [starten]
beginnen (n v) [to begin] iniciar (n v) [to begin]
beginnen (v) [aanvangen] pôr-se a (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] pôr-se a (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] pôr-se a (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] pôr-se a (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] pôr-se a (v) [starten]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de beginnen PT Traduções
wagen [aanpakken] m auto {n}
aanpakken [ondernemen] stawiać czoła (n v)
starten [beginnen] rozpocząć (n v)
openen [aanhangig maken] otwierać
aanvangen [aanbreken] zacząć się