Obteve 56 resultados para o termo de pesquisa troep
NL Holandês PT Português
troep (n) [mensen] {m} multidão (n) {f} [mensen]
troep (n) [uiterlijk] {m} caos (n) {m} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} caos (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} caos (n) {m} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} desbaratamento (n) {m} [uiterlijk]
NL Holandês PT Português
troep (n) [voorwerpen] {m} desbaratamento (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} desbaratamento (n) {m} [wanorde]
troep (n v) [group that aims to attack, control, or constrain] {m} força (n v) {f} [group that aims to attack, control, or constrain]
troep (n) [voorwerpen] {m} baderna (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} baderna (n) {f} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} desarrumação (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} desarrumação (n) {f} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} bugigangas (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [voorwerpen] {m} quinquilharias (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} desorganização (n) {f} [wanorde]
troep (n) [mensen] {m} horda (n) {f} [mensen]
troep (n) [groep] {m} pelotão (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} pelotão (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} pelotão (n) {m} [militair]
troep (n) [groep] {m} tropa (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} tropa (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} tropa (n) {f} [militair]
troep (n) [groep] {m} pequeno grupo (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} pequeno grupo (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} pequeno grupo (n) {m} [militair]
troep (n) [mensen] {m} galera (n) {f} [mensen]
troep (n) [voorwerpen] {m} tralhas (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [voorwerpen] {m} tralharia (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [voorwerpen] {m} desordem (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [groep] {m} grupo (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} grupo (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} grupo (n) {m} [militair]
troep (n) [groep] {m} turma (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} turma (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} turma (n) {f} [militair]
troep (n) [uiterlijk] {m} confusão (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} confusão (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} confusão (n) {f} [wanorde]
troep (n) [groep] {m} corpo (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} corpo (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} corpo (n) {m} [militair]
troep (n) [uiterlijk] {m} desordem (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [zootje] {m} tudo (n) {m} [zootje]
troep (n) [wanorde] {m} desordem (n) {f} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} bagunça (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} bagunça (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} bagunça (n) {f} [wanorde]
troep (n) [dieren] {m} bando (n) {m} [dieren]
troep (n) [large group or collection] {m} bando (n) {m} [large group or collection]
troep (n) [mensen] {m} bando (n) {m} [mensen]
troep (n) [zootje] {m} a tralha toda (n) {f} [zootje]
troep (n) [uiterlijk] {m} zona (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} zona (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} zona (n) {f} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} desorganização (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} desorganização (n) {f} [voorwerpen]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de troep PT Traduções
janboel [bende] m desarrumação {f}
keet [bende] m barraco {m}
pan [bende] m telha {f}
rotzooi [bende] m porcaria {f}
smeerboel [bende] m graxa {f}
wanorde [bende] m caos {m}
rommel [bende] m bagunça {f}
massa [drom] m agregado
schare [drom] multidão {f}
zee [drom] m mar {m}
menigte [drom] f multidão {f}
kolonie [zwerm] f colônia {f}
vlucht [zwerm] m voo
kudde [zwerm] m rebanho {m}
hoop [menigte] m desejo {m}
gezelschap [ensemble] n gangue {f}
meute [hoop] m matilha {f}
zwerm [hoop] m bando {m}
drom [hoop] multidão {f}
ensemble [gezelschap] n conjunto {m}