Obteve 10 resultados para o termo de pesquisa toebehoren
NL Holandês PT Português
toebehoren (v) [eigendom] {n} pertencer a (v) [eigendom]
toebehoren (n) [algemeen] {n} equipamento (n) {m} [algemeen]
toebehoren (n) [mechanisch] {n} equipamento (n) {m} [mechanisch]
toebehoren (adj n) [clothing accessory] {n} acessório (adj n) {m} [clothing accessory]
toebehoren (adj n) [that which belongs to something else deemed the principal, attachment] {n} acessório (adj n) {m} [that which belongs to something else deemed the principal, attachment]
toebehoren (v) [eigendom] {n} ser de (v) [eigendom]
toebehoren (v) [eigendom] {n} ser propriedade de (v) [eigendom]
toebehoren (v prep) [be the property of] {n} pertencer (v prep) [be the property of]
toebehoren (n) [algemeen] {n} parafernália (n) {f} [algemeen]
toebehoren (n) [mechanisch] {n} parafernália (n) {f} [mechanisch]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de toebehoren PT Traduções
horen [toebehoren] m należeć do (v prep)
gerei [benodigdheden] n sprzęt kuchenny (n)
gereedschap [benodigdheden] n sprzęt kuchenny (n)
zijn [behoren aan] n być
thuishoren [behoren] należeć do (v prep)